De ijskelder van Angerenstein

In het bos, direct ten noordoosten van het koetshuis, bevindt zich onder de grond de ijskelder van Angerenstein. Volgens kleindochter Joyce is die aangelegd door haar grootvader Jan de Goeijen, de laatste particuliere eigenaar van Angerenstein. Tot rond 1960 waren er nog resten van de ingang zichtbaar.

Een ijskelder werd gebruikt om in de winter uit de vijvers gehaald ijs op te slaan. Die van Angerenstein bestaat uit een ondergrondse gang met aan het eind een diepe put voor de opslag. IJskelders kwamen vooral voor bij kastelen en op landgoederen. Wie een ijskelder bezat was verplicht om, indien gevraagd, ijs voor medische doeleinden ter beschikking te stellen aan artsen en apothekers.

Maar natuurlijk was het in de eerste plaats een uitstekende plek om bederfelijke waren te bewaren. Het opgeslagen ijs werd ook gebruikt voor de ijskast in de keuken. Dat was een goed geïsoleerde kast met een bak waarin ijs uit de ijskelder gelegd werd. Dat smolt natuurlijk en daarom had zo’n kast ook een afvoer voor smeltwater

Jan de Goeijen, Angerenstein 1917.
Angerenstein 1917. Jan de Goeijen bij een berg ijs uit de vijvers. (Foto Collectie SWA, schenking Ekstijn)

Het ijs uit de ijskelder kon ook gebruikt worden voor de vervaardiging van roomijs. Dat lijkt vreemd, omdat smeltend ijs een temperatuur van 0°  heeft. Om roomijs te maken heb je een veel lagere temperatuur nodig. Die bereik je door het ijs met zout te mengen. Het ijs gaat snel smelten en daarbij wordt warmte verbruikt. Daardoor daalt de temperatuur van het ijs-zoutmengsel een flink eind onder nul, tot wel −20°. 

Op het plaatje is zo’n ijsmaker uit de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum te zien. Het is een houten vat met binnenin een metalen bus met roermechanisme voor de room. In de ruimte tussen de bus en de wand van het vat ging het ijs met het zout. In de bus het roommengsel. Door te draaien schraapten spatels in de bus het aanvriezende ijs van de wand. Na een dik kwartier draaien was het roomijs klaar.

Ijsmachine, Husqvarna, 1900-1940
Husqvarna IJsmachine, 1900-1940 (collectie Nederlands Openluchtmuseum)

Proefje:
De werking kun je goed demonstreren door dunwandig glas, bijvoorbeeld een wijnglas te vullen met in stukken gehakte ijsblokjes. Doe er een paar flinke scheppen zout bij en je ziet al snel dat condens aan de buitenkant van het glas bevriest. Als je het glas met een plantenspuit besproeit zie je dat zich steeds meer ijs vormt, terwijl het ijs in het glas smelt.  Heb je een keukenthermometer, dan zie je dat de temperatuur in het glas spectaculair daalt.

Leave a Reply

  

  

  

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.