Herinnering aan de slag om Arnhem

Prümelaan 40
In 1944 woonde ik, Joost van Aalst, met mijn ouders, mijn jongste broer en mijn zus aan de Prümelaan 40. Mijn vader en mijn oudste broer waren beide militairen. Vader zat in krijgsgevangenschap in Polen. Oudste broer was naar het zuiden ontkomen. Zelf was ik tijdelijk ondergedoken voor de Arbeitseinsatz bij de familie van mijn toenmalig vriendinnetje in Velp. Van oorlogsschade in de wijk was tot 1944 nog geen sprake.

In het huis Angerenstein zat de SS (Rauter). Ik herinner mij nog de wachthuisjes met de Duitse soldaten die bij de ingang aan de Velperweg stonden. In het huis op de hoek van de Ernst Casimirlaan (Velperweg) en de Van der Duyn van Maasdamlaan zat Seys Inquart met zijn staf [dit is niet juist, zie opmerking R. van Houtum, red.]. In ‘De Rietvink’ aan de Ernst Casimirlaan had zich een duitse tandarts voor de duitse troepen gevestigd. Dit huis is later afgebrand en na de oorlog weer herbouwd.

De aanval van de geallieerden was voor ons een volslagen verassing. Om 1 uur ’s middags ging het luchtalarm. De lucht was vol met spitfires. Ik ben onmiddelijk van Velp naar mijn moeder aan de Prümelaan gefietst, meer in de lucht kijkend dan op de weg lettend. Hier wisten ze nog niets van de landing bij Oosterbeek. Mijn moeder had familie wonen bij de spoorbrug bij Oosterbeek en omdat de telefoonlijnen gewoon intact bleven werden wij voortdurend van de slag op de hoogte gehouden. Terwijl er toch al een feestelijke stemming heerste vanwege de verwachte spoedige bevrijding, vielen er bommen op de wijk. Midden op de Ernst Casimirlaan (nu Velperweg) was een bom gevallen. Huizen aan de Prümelaan en de Verlengde Prümelaan werden vernield. Huizen aan de Karthuizerstraat werd door een voltreffer geraakt. Hier vielen bij mijn weten de enige dodelijke slachtoffers. Thea Tromp, een klasgenootje van mij, woonde er vlak naast op nummer 62. Zij hoorde niet bij de slachtoffers.

Nog dezelfde dag zagen wij de krijgsgevangenen over de Ernst Casimirlaan afgevoerd worden naar de tennisbaan bij de Esperantolaan. Ikzelf ben naar de binnenstad gegaan, waar op dat moment in de Kerkstraat een ware vuurstorm heerste. Daar heb ik de bewoners geholpen hun bezittingen te redden uit hun brandende huizen.

Vlak na de slag kregen wij het bevel de stad te verlaten. Ik vertrok met mijn moeder achterop de fiets naar Ede. In de veronderstelling dat wij maar kort elders zouden verblijven, hadden we haast niets meegenomen. Toen ik later, met ausweiss, weer in de Prumelaan terug kwam, was er op Prümelaan 34 (tegenover nr 40) in het huis van de dames Roelofs, een Feldgendarmerie gevestigd.

Joost van Aalst sr., 1994

Rudi van Houtum, auteur van het hoofdstuk over de tweede wereldoorlog in Angerenstein, van landgoed tot woonwijk,  laat weten dat de heer Van Aalst zich de situatie niet helemaal juist herinnerde. Zoals ook in het boek geschreven staat had Rauter zijn woning aan de Van der Duijn van Maasdamlaan (nu de Vijf Zuylen). Reichskommissar Seys Inquart zat met zijn staf in Apeldoorn. Huis Angerenstein herbergde de Beauftragten des Reichskommissars  voor de provincie Gelderland, Dr. Emil Schneider met zijn ambtenarenapparaat.

Leave a Reply

  

  

  

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.